Seizoenscontract

Alleen bedrijven die een seizoensactiviteit hebben, mogen personeel inhuren met een seizoenscontract. Daarbij moet het aantoonbaar gaan om seizoenswerk, bv in het toerisme, in de oogsttijd, etc. In de omschrijving van de bedrijfsactiviteit zoals geregistreerd tijdens de inschrijving van het bedrijf, moet dan ook duidelijk het seizoenskarakter van het bedrijf worden omschreven.

Een seizoenscontract wordt afgesloten voor de duur van het seizoen en begint op een zelf gekozen datum. Het contract heeft een maximale duur van 6 maanden (aaneengesloten). Korter mag dus ook. Bij een korter contract kan een verlenging worden afgesproken, maar nooit meer dan 6 maanden in totaal. Een seizoenscontract dat in de praktijk meer dan 6 maanden heeft geduurd wordt automatisch overgezet in een CDI. Dus aan een seizoenswerker vragen om na zes maanden nog een maandje langer te blijven kan zeer nadelig uitwerken voor de werkgever.

Aan het einde van het seizoenscontract vervalt de werknemer vaak in werkeloosheid (tenzij hij natuurlijk ander tijdelijk werk vindt). Bij het begin van het volgende seizoen mag dezelfde persoon wederom voor het seizoen worden ingehuurd.

Een seizoenscontract dat niet EXACT aan de wettelijke eisen voldoet, kan van overheidswege worden omgezet in een CDI. Ook bij het opstellen van een seizoenscontract is de hulp van een expert comptable dus zeer aan te bevelen.