Onroerende zaakbelasting

Frankrijk kent nog altijd twee onroerende zaakbelastingen:

  • De Taxe Foncière, vergelijkbaar met wat vroeger in Nederland het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting werd genoemd. Alle eigenaren betalen deze belasting, die per gemeente nogal kan verschillen. De bewoonbare oppervlakte  en de oppervlakte van het perceel zijn de belangrijkste grondslagen.
  • De Taxe d’Habitation, vergelijkbaar met wat vroeger in Nederland het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting werd genoemd. Ook deze verschilt nogal per gemeente. Zelfs als u het onroerend goed maar enkele weken per jaar gebruikt, moet u de volledige taxe d’habitation betalen. Een fictieve huurwaarde is de belangrijkste grondslag, vermeerderd met kijk- en luistergeld, en een bijdrage voor afvoer van afvalstoffen en rioolbelasting (als uw huis op het rioolnetwerk is aangesloten). Als de Franse woning de gezinswoning vormt, dan kan men als Franse ingezetene genieten van een volledige vrijstelling van de taxe d’habitation.

Ook in Frankrijk hebben de onroerende zaakbelastingen sterk de neiging om steeds te stijgen. Sommige Nederlanders betalen echter teveel: beide belastingen worden betaald voor een woonhuis, maar de taxe d’habitation hoeft niet te worden betaald indien een gedeelte van de woning (of een bijgebouw) permanent wordt aangeboden voor korte-termijn verhuur (dus als gîte). Ontheffing van deze belasting is natuurlijk alleen maar mogelijk indien u de inkomsten keurig heeft aangegeven bij de Franse fiscus. Helaas, voor chambres d’hôtes bestaat deze vrijstelling niet…

In plaats van de taxe d’habitation krijgen de gîte-exploitant dan wel te maken met de Cotisation Foncière des Entreprises (CFE), een gemeentelijke belasting op onroerend goed in gebruik bij bedrijven en door de centrale overheid gelimiteerd tot een bedrag tussen €210 en €2100 per jaar. In sommige gevallen kan de CFE dus hoger uitvallen dan de vermeden taxe d’habitation