Veel startende ondernemers in Frankrijk kiezen voor de micro-entreprise en daarmee voor het micro-régime.
Een keuze voor het micro-régime is alleen mogelijk indien de ondernemer een totale jaarlijkse omzet behaalt die beneden vastgestelde grenzen blijft. Zie hier. Uiteraard geldt hierbij dat bij een start van het bedrijf gedurende het jaar deze omzetmaxima pro rata worden toegepast. Een ‘gemengd bedrijf’ komt vaak voor, bijvoorbeeld een loodgieter (service) die ook toiletpot en afvoerbuizen levert (commerce). In zo’n geval gelden als omzetgrenzen de respectievelijke percentages van deze omzetgrenzen. Een rekenvoorbeeld kan dat verduidelijken: omzet in commerce = 60% van de totale omzet en omzet in service = 40% van de totale omzet. Voor deze ondernemer geldt dus een maximale jaaromzet van 0.6*€188.700 = €113.200 in commerce en een maximale omzet in service van 0,4*€77.700 = €31.000 per jaar. Bij een hogere omzet in één van deze categorieën kan deze ondernemer dus niet (meer) kiezen voor het micro-régime en komt hij vanzelf in het régime réel.
Kiest u voor het micro-régime dan dient u elk kwartaal een bedrag aan belasting en sociale premies te betalen. Deze bedragen zijn afhankelijk van uw omzet, maar kennen geen minimum: geen omzet = geen afdracht!
Er zitten nog wel een belangrijke beperkingen aan dit regime: In geval de omzet beneden een bepaalde grens blijft (ongeveer €6.000 op jaarbasis voor service en ongeveer €12.000 op jaarbasis voor commerce), dan bouwt de ondernemer geen pensioen op voor de kwartalen waarin de omzet onder de drempel bleef.
Er zijn wat bedrijfsactiviteiten uitgezonderd van het micro-régime: handelaren in onroerend goed, makelaars, onroerend goed ontwikkelaars, financiële dienstverleners en uitzendbureaus. Dat geldt ook voor gesubsidieerde artiesten en betaalde sporters. Tenslotte valt de verhuur van ongemeubileerd onroerend goed onder een belastingregime dat lijkt op het micro-régime, maar met enkele kleine aanpassingen: het ‘régime de revenus fonciers’.