Nederlandse ondernemers in Frankrijk hebben meestal één van de volgende USP’s:
1. U beschikt over voor Frankrijk zeldzame kennis of over een voor Frankrijk uniek product. U heeft bijvoorbeeld verstand van bloemen of u verkoopt een nieuw soort bloemenvaas die in Frankrijk nog niet op de markt is.
Geldt deze USP voor u, dan kunt u het best gaan samenwerken met een Frans bedrijf of een Franse compagnon zoeken. Als beiden niet mogelijk zijn, is het zeer aan te raden om een bestaand bedrijf over te nemen, in de hoop dat het bestaande personeel u over de taal- en cultuurdrempel heen kan helpen. U bent in dit geval grotendeels aangewezen op de marktkennis en ervaring van uw compagnon of medewerkers.
2. De belangrijkste doelgroep in uw plan bestaat uit toeristen. Beter dan uw Franse concurrenten kunt u buitenlandse toeristen helpen door uw talenkennis en uw begrip van de wensen van buitenlandse toeristen. Nederlandse ondernemers doen het goed in het Franse toerisme, ondermeer omdat ze onzekere toeristen uit de hele wereld te woord kunnen staan en wegwijs kunnen maken in de Franse cultuur.
U dient dan de Franse toeristische markt goed te kennen. In 2019 ontving Frankrijk ruim 89 miljoen toeristen, een aantal dat indrukwekkend lijkt, maar dat al jaren nauwelijks groeit. Het aantal bedden groeit als sinds 2001 elk jaar harder dan het aantal toeristen! Voor iedere ondernemer in deze branche wordt de spoeling elk jaar dunner. Zonder een goed-doordachte doelgroepbenadering en zonder een fikse inspanning in marketing krijgt uw nieuwe bedrijf in het toerisme het moeilijk. Tenzij u een uniek concept heeft bedacht. Bij elk uniek concept hoort een unieke doelgroep. De doelgroep “Nederlanders” is volstrekt onvoldoende als basis voor een nieuwe toeristische onderneming. Zoveel Nederlanders, zoveel wensen. Zoveel wensen, zoveel doelgroepen. U kunt regionaal marktonderzoek doen naar de kenmerken van de toeristische markt op basis van de gedetailleerde statistieken die de Franse overheid verzamelt. Verder zult u zich vooral moeten verdiepen in de vele uiteenlopende wensen van buitenlandse toeristen en daaruit specifiek doelgroepen moeten selecteren. Hoe kleiner de doelgroep, hoe hoger de bezettingsgraad! Een toeristische aanbieder die zich specialiseert in dienstverlening aan Nederlanders die per fiets de Alpe d’Huez willen beklimmen heeft bijna altijd een hogere bezettingsgraad dan een concurrent die ‘wielrenners’ bedient en die heeft weer een grotere bezettingsgraad dan een aanbieder die zich richt op ‘fietstoeristen’. Enzovoorts.
3. De belangrijkste doelgroep in uw plan bestaat uit in Frankrijk wonende buitenlanders. Beter dan uw Franse concurrenten begrijpt u wat buitenlanders willen en hoe ze behandeld willen worden. Bovendien beschikt u, in tegenstelling tot de meeste Franse concurrenten, over de taalvaardigheden om makkelijk met ze te communiceren. U wilt bijvoorbeeld een installatiebedrijf of aannemerij beginnen en begrijpt dat buitenlanders hechten aan goede afspraken die door de leverancier ook worden nagekomen.
U dient na te gaan hoeveel buitenlanders er wonen in uw verzorgingsgebied en hoe groot uw actieradius is. Is de dienst of het product redelijk eenvoudig, dan kunt u zich geen lange reistijden en hoge reiskosten permitteren. Uw dienst zal dan snel uit de markt gedrukt worden door plaatselijke concurrenten. Heel belangrijk in deze categorie is wat de wensen zijn van die doelgroep en wat er schort aan hun huidige leveranciers. U zult zelf het marktonderzoek moeten doen in de regio van uw keuze. Er zijn wel wat statistieken maar veel inzicht zult u zelf “in het veld” moeten verzamelen.